Dit als argument te gebruiken voor het inrichten van gratis camperplekken heeft echter denk ik meer onderbouwing nodig.
Uit een Zeeuws onderzoek uit 2010 haal ik, dat voor verblijf op een camping gemiddeld bijna twee keer per persoon meer uitgegeven wordt dan door een Nederlandse camperaar.
http://www.campervisie.eu/wp-content/up ... eeland.pdf
Dat verblijf op een camping voor een tweemaal hogere besteding zorgt is logisch. Daar zitten de kosten van de camping in. Ook dat is lokale omzet. Ik begrijp daarom ook heel goed, dat Nederlandse gemeenten niet zo happig zijn op investeren in gratis camperplaatsen. Nederland kent een zeer hoge campingdichtheid. Naast de grote campings veelal verenigd in de Recron, zijn er ook zeer veel kleine (boeren) campings. (SVR, Vekabo)De Nederlandse camperaar heeft gemiddeld een inkomen rond de € 38.000,‐ en heeft daarmee een boven modaal inkomen. Volgens het CVO spendeert de camperaar minder dan iemand die op een camping verblijft. Uitgaande van de gemiddelde gezinssamenstelling van 2.9 en gemiddelde uitgaven per persoon per dag van € 20,‐ geeft een kamperend gezin afgerond € 60,‐ per dag uit. Volgens het CVO geeft een camperaar € 11,50 per dag uit, dat betekent dat een gezin € 33,‐ uitgeeft en het senioren stel € 23,‐ uitgeeft per dag. Het NKC5 komt met een hogere schatting, nl. € 80,‐ per dag/camper, wat later is bijgesteld naar Euro 65,‐ per dag/per camper. Het is onbekend hoe dit bedrag tot stand is gekomen door het ontbreken van een onderbouwd onderzoek.
In het Vlaamse onderzoek uitgevoerd in opdracht van Toerisme Vlaanderen wordt gesproken van € 28,40 per persoon per dag. De Duitse camperaar geeft daarentegen beduidend meer uit. Volgens een Duits onderzoek onder 1381 Duitse camperaars wordt door een Duitse camperaar€ 45,‐ per dag/persoon uitgegeven.
Zelf voor recreatieondernemer spelen zijn gemeenten voorzichtig in. Veelal beperkt zich dat tot camperplekken bij gemeentelijke jachthavens. Deze zijn ontstaan vanuit een historisch perspectief en aanvulling met camperplekken is daarbij voor de hand liggend, omdat de infrastructuur al aanwezig is. Voor de rest laat men het graag over aan particulier initiatief. Immers, aanleg onderhoud en handhaving kosten ook geld. De gemiddelde inwoner van een gemeente zit er helemaal niet op te wachten, dat daar het belastinggeld aan besteed wordt. Het verhaal waar dit draadje mee geopend is, bevestigd dit alleen maar in negatieve zin.
Zomaar roepen, dat de camperaar voor veel geld voor de middenstand zorgt en dat er daarom meer camperplaatsen moeten komen heeft daarom wel enige nuancering nodig. Uit de conclusies van het Zeeuwse onderzoek:
De Duitse camperaar blijft na de Nederlander nog steeds de belangrijkste doelgroep. De Duitse camperaar besteedt € 17 miljoen, de Nederlandse en Vlaamse camperaars bij elkaar € 6,5 miljoen. De Duitse camperaar besteedt per dag € 45, de Belgische € 28,40 en de Nederlandse camperaar €11,50 per persoon per dag. Dagelijks besteedt de camperaar 50% van zijn budget aan gastronomie, en 22% aan vrijetijdsbestedingen. Uit dit bestedingsgedrag blijkt, dat de middenstand het meeste profijt heeft van het campertoerisme in Zeeland.
Nu is dit al weer een 10 jaar oud onderzoek. Als iemand weet heeft van een recenter onderzoek dan zou ik hier graag een linkje zien.Het campertoerisme kan worden aangemerkt als een groeimarkt en is ook voor de kampeermarkt in Zeeland van belang. Om de markt succesvol uit te bouwen is het belangrijk een aantal voorwaarden hieraan te verbinden.
Het inspelen op de vraag (motieven en gedrag) betekent dat goed nagedacht moet worden over GOP’s en een goede exploitatievorm. Om de kansen echt tot ontwikkeling te brengen is het aan te bevelen meer kennis over het gedrag van de camperaar te krijgen. Daarnaast is het zinvol om op onafhankelijke wijze de bestedingen nader onder de loep te nemen.