gast schreef:Aloys schreef:gast schreef:
dus jan na 9 jaar betaal je nog 10 % BPM
over de prijs van het kale voertuig ( de prijs die dus 9 jaar geleden berekend werd)
Dat is nou net het probleem:
wat kostte een camper x jaar geleden
zonder BPM en
zonder BTW, want dat is die kale prijs!
Dat is dus lastig...
Stel een camper van f. 100.000 in 1995. Was dat toen kaal ca. f. 60.000?
Komt er niet ca. 45% aan BTW + BPM bij, op een nieuwe, kale camper?
Dan is het totaal 145%, en is de kale prijs dan de (nieuw-verkoopprijs -
1/3 deel?
de bpm wordt berekend over de kale prijs van het voertuig zonder opbouw ( de priis van een vergelijkbare dichte uitvoering bestelbus) incl btw die gold in het jaar dat het kenteken is afgegeven.
dit is niet moeilijk te achter halen in de praktijk je gaat gewoon naar een dealer/importeur die kan precies vertellen aan de hand van het kentekenbewijs ( type) wat de prijs was.
ANDERS KAN JE DIT OOK GEWOON VRAGEN BIJ DE DOUANE IN NEDERLAND DIE JONGENS WETEN HET ECHT.
Berekening van BPM
De BPM wordt berekend over de nettocatalogusprijs van een personenauto of motorrijwiel. Op de nettocatalogusprijs past u het BPM-tarief toe. De uitkomst wordt het bruto BPM-bedrag genoemd. Voor gebruikte personenauto’s of motorrijwielen geldt een kortingsregeling. In dat geval kunt u het bruto BPM-bedrag nog verminderen met een bepaald percentage.
Nettocatalogusprijs bepalen
Uitgangspunt voor de berekening van de BPM is de nettocatalogusprijs van de personenauto of het motorrijwiel. De nettocatalogusprijs is de catalogusprijs, inclusief accessoires, verminderd met de BTW.
Dus:
Nettocatalogusprijs = catalogusprijs – BTW
Om de nettocatalogusprijs te bepalen, moet u eerst de catalogusprijs van de personenauto of het motorrijwiel weten. Met catalogusprijs wordt bedoeld: de in Nederland geadviseerde verkoopprijs op het tijdstip dat het motorrijtuig voor het eerst in gebruik werd genomen (zie hierna). De catalogusprijs wordt door de importeur vastgesteld. Informatie over de catalogusprijs van een motorrijtuig kunt u krijgen bij de importeur of een dealer, Bovag, RAI of ANWB.
Let op!
Met nettocatalogusprijs wordt niet hetzelfde bedoeld als consumentenprijs; de consumentenprijs bestaat uit de nettocatalogusprijs, verhoogd met de BPM en de BTW.
Extra voorzieningen (opties en accessoires)
De waarde van extra voorzieningen, zoals airconditioning, elektrisch bedienbare ruiten en centrale deurvergrendeling maakt deel uit van de catalogusprijs. De waarde van een aantal speciaal aangewezen voorzieningen maakt echter voor de BPM geen deel uit van de catalogusprijs. Het gaat om voorzieningen die de veiligheid bevorderen of een gunstig effect hebben op het milieu.
In de hierna opgenomen tabel vindt u een overzicht van de voorzieningen waarvan de waarde geen deel uitmaakt van de catalogusprijs. Voor de meeste voorzieningen is een vast bedrag vastgesteld. De in de tabel opgenomen bedragen zijn exclusief BTW en worden dus volledig op de nettocatalogusprijs in mindering gebracht. De lijst wordt periodiek aangepast. De vermindering wordt bepaald op het moment van registratie van het voertuig volgens de op dat moment geldende lijst.
Meer informatie over extra voorzieningen kunt u krijgen bij de BelastingTelefoon Ondernemingen en de BelastingTelefoon Douane.
Van BPM vrijgestelde voorzieningen.
- voor personenauto’s tegen een bedrag van
hoofdbeschermingsysteem bij zijaanrijdingen € 575
automatisch bandenspanningcontrolesysteem € 350
whiplash beschermingsysteem € 225 per stoel
standkachel € 675
navigatiesysteem € 1.700
- voor motorrijwielen tegen een bedrag van
antiblokkeersysteem € 1.125
remsysteem met automatische verdeling
van de remkracht over de wielen € 900
(of € 450 als ook een antiblokkeersysteem aanwezig is)
automatisch uitschakelsysteem bij
stationaire motor € 350
hellingshoeksensor € 275
- voor personenauto’s en motorrijwielen tegen een bedrag van
aardgasinstallatie werkelijke waarde
LPG-installatie werkelijke waarde
boordcomputer met brandstofverbruikindicator € 325
cruisecontrol € 325
econometer € 50
Gebruikte personenauto of gebruikt motorrijwiel
Als u BPM moet berekenen voor een gebruikte personenauto of een gebruikt motorrijwiel, moet u uitgaan van de catalogusprijs die in Nederland gold op het moment dat het motorrijtuig voor het eerst in gebruik werd genomen.
De RDW bepaalt dit tijdstip bij de keuring van de personenauto of het motorrijwiel aan de hand van de gegevens die over het motorrijtuig bekend zijn. Als dit tijdstip niet bepaald kan worden, geldt de laatste dag van het jaar waarin de personenauto of het motorrijwiel is vervaardigd. Als de catalogusprijs niet bekend is, wordt de prijs door vergelijking bepaald.
Tot personenauto omgebouwde bestelauto
Als u BPM moet berekenen van een tot personenauto omgebouwde bestelauto, moet u niet uitgaan van de catalogusprijs van de bestelauto. Het gaat in dit geval om de catalogusprijs die in Nederland gold voor de uitvoering als personenauto op het moment dat de bestelauto destijds voor het eerst in gebruik werd genomen. De RDW bepaalt dit tijdstip bij de keuring van het motorrijtuig aan de hand van de gegevens die over het motorrijtuig bekend zijn. Als het tijdstip niet bepaald kan worden, geldt de laatste dag van het jaar waarin de bestelauto is vervaardigd. Als de catalogusprijs niet bekend is, wordt de prijs door vergelijking bepaald.
BPM-tarief toepassen
Nadat u de nettocatalogusprijs heeft bepaald, moet u hierop het BPM-tarief toepassen. Het BPM-tarief bestaat uit een percentage en een verminderingsbedrag of een vermeerderingsbedrag. In de tabel staat een overzicht van de percentages en de verminderings- en vermeerderingsbedragen.
Type vervoermiddel % van de netto catalogusprijs Verminderings-bedrag Vermeerderings-bedrag
Personenauto’s 45,2 € 1.540
(geen dieselmotor)
Personenauto’s met 45,2 € 328
een dieselmotor
Motorrijwiel met een 10,2 € 0
nettocatalogusprijs
van maximaal € 2.133
Motorrijwiel met een 20,7 € 224
nettocatalogusprijs
van meer dan € 2.133
U berekent de BPM als volgt:
BPM = (nettocatalogusprijs x percentage) – verminderingsbedrag.
of
BPM = (nettocatalogusprijs x percentage) + vermeerderingsbedrag.
De uitkomst is het bruto BPM-bedrag.
Kortingsregeling BPM voor gebruikte personenauto’s of gebruikte motorrijwielen
Het bruto BPM-bedrag kunt u bij gebruikte personenauto’s of gebruikte motorrijwielen verminderen met een kortingspercentage. De hoogte van dat kortingspercentage is afhankelijk van de gebruiksperiode van het motorrijtuig. Daarom bepaalt u eerst hoeveel maanden of jaren het motorrijtuig is gebruikt. Daarna kunt u het juiste kortingspercentage toepassen.
Gebruiksperiode bepalen
De gebruiksperiode bepaalt u als volgt:
1. Bepaal de datum waarop het voertuig voor het eerst in gebruik werd genomen (zie "Netto catalogusprijs bepalen").
2. Bepaal de datum waarop de personenauto of het motorrijwiel zal worden geregistreerd. Deze datum ligt ongeveer 10 dagen na de datum waarop u de verschuldigde BPM voldoet.
3. Bereken hoeveel volle maanden of jaren er verstreken zijn tussen de datum van eerste ingebruikname en de registratiedatum.
Bij de berekening van het kortingspercentage wordt uitgegaan van volle maanden of jaren. Een volle maand is een periode van 30 of 31 dagen (februari 28 of 29 dagen). In de tabel hierna wordt verduidelijkt wat een volle maand of een vol jaar is.
Datum eerste ingebruikname Registratiedatum Gebruiksperiode ingebruikname
31 mei 2001 29 juni 2001 minder dan een maand
15 mei 2001 15 juni 2001 een maand
31 mei 2001 30 juni 2001 een maand
31 mei 2001 2 juli 2001 een maand of meer, maar minder dan twee maanden
31 januari 2001 30 april 2002 een jaar of meer, maar minder dan twee jaar
Kortingspercentage toepassen
In de tabel hierna kunt u zien met welk percentage u het bruto
BPM-bedrag van een gebruikt motorrijtuig kunt verminderen. Voor auto’s en motorrijwielen van 25 jaar of ouder hoeft u geen BPM te betalen.
Periode tussen datum eerste ingebruikname en datum van registratie Afschrijvingspercentage
Minder dan een maand 4
Een maand of meer, maar minder dan twee maanden 7
Twee maanden of meer, maar minder dan drie maanden 10
Drie maanden of meer, maar minder dan zes maanden 15
Zes maanden of meer, maar minder dan 1 jaar 24
1 jaar of meer, maar minder dan 2 jaar 37
2 jaar of meer, maar minder dan 3 jaar 47
3 jaar of meer, maar minder dan 4 jaar 57
4 jaar of meer, maar minder dan 5 jaar 66
5 jaar of meer, maar minder dan 6 jaar 72
6 jaar of meer, maar minder dan 7 jaar 77
7 jaar of meer, maar minder dan 8 jaar 82
8 jaar of meer, maar minder dan 9 jaar 86
9 jaar of meer, maar minder dan 25 jaar 90
25 jaar of meer 100
--------------------------------------------------------------------------------
hierboven heb ik nog wat informatie vermelden over de bpm wetgeving.
groetjes klaas